De welzijnskloof op het werk: waarom en hoe moet fysiek welzijn hoog blijven op de agenda?

De tol van fysiek onwelbevinden

Er is een trieste balans op te maken over de gezondheidscijfers in ons land. Verschillende onderzoeken tonen aan dat 60% van de Belgische bevolking worstelt met overgewicht en 22% met obesitas. 70% is te weinig actief en beweegt wekelijks minder dan 150 minuten, de algemene bewegingsrichtlijn. “Het is goed dat aandacht voor mentaal welzijn meer prioriteit krijgt in het bedrijfsleven”, steekt De Vleeschouwer van wal. “Toch verdient ook de lichamelijke gezondheid belangstelling. Niet iedereen weet dat pijn in de spieren en gewrichten, ook wel musculoskeletale klachten genoemd, de tweede grootste oorzaak zijn van invaliditeit bij Belgische medewerkers. Scienscano waarschuwt ook voor een toename in chronische ziekten: meer dan 25% van de bevolking krijgt er mee te maken! Dikwijls zijn ze het gevolg van wat we ‘levensstijlziektes’ kunnen noemen: denk maar aan slaaptekort, ongezonde voeding en langdurig zitten.”

De Vleeschouwer waarschuwt ook werkgevers voor de impact van de gevolgen die deze levensstijlziektes uitoefenen op de productiviteit van hun personeel. “Een studie van Deloitte gaf vermoeidheid, stress, mentale klachten en musculoskeletale gezondheid als voornaamste oorzaken voor een verminderde productiviteit op het werk”, zegt ze. “De gemiddelde productiviteitsscore is slechts 6,4 op 10. Zulke cijfers mag u als werkgever gewoon niet negeren.”

Welzijnskloof tussen werkgever en werknemer

Even alarmerend is wellicht de welzijnskloof tussen werknemers en hun managers. Die laatste vinden dat ze hun steentje bijdragen, en dat dit ook goed lukt. “Werkgevers gaan ervan uit dat hun personeel het best oké stelt, terwijl die laatste groep dat heus niet altijd zo ervaart”, meent De Vleeschouwer. “Uit een andere Deloitte-studie blijkt dat werkgevers denken dat 89% van hun medewerkers een goede fysieke gezondheid hebben, terwijl dat percentage amper 65% bedraagt als u het aan de werknemers zelf vraagt. Nauwelijks 1 op de 2 werknemers veronderstelt dat hun managers überhaupt bekommerd is om hun welzijn. Wat mij het meest verontrust, is dat meer dan 9 op 10 van de C-suite nochtans denkt dat de medewerkers het gevoel hebben dat hun managers om hen geven.”

Anders gezegd: organisaties overschatten duidelijk het algemeen welzijnsniveau én de mate waarin zij tonen dat ze geven om het welzijn van hun medewerkers. Volgens De Vleeschouwer is er wel goed nieuws. “Maar liefst 94% van de werknemers wil verandering brengen in hun welzijn”, licht ze toe. “Vooral op het gebied van energieniveau, activiteit, gewicht, slaap en mentaal welzijn tonen ze een enorme bereidheid.”

Hoe u als werkgever écht ondersteuning kunt bieden

Hoe kan deze kloof dan gedicht worden? Vanuit haar ervaring weet De Vleeschouwer dat zelfdiscipline en tijdsgebrek de hoogste drempels vormen om te werken aan het eigen welzijn. “Welzijn is een gedeelde verantwoordelijkheid”, verduidelijkt ze. “Werknemers moeten aan de slag met hun eigen gezondheid, maar als werkgever moet u hiervoor de nodige tools aanreiken. Weet bijvoorbeeld dat het verplichten van beweging een averechts effect heeft. Eerder met wetenschappelijk bewezen technieken zoals nudging, beloningen en dergelijke zult u heel wat bereiken. Het gaat eigenlijk om het ondersteunen van uw medewerkers in het creëren van gezonde routines. Zolang u er maar voor zorgt dat initiatieven laagdrempelig zijn, met de nodige regelmaat én onder professionele begeleiding plaatsvinden. Besef ook dat er geen ‘snelle oplossingen’ bestaan. De wetenschap heeft aangetoond dat gewoontevorming in het algemeen gemiddeld tussen de 21 en 66 dagen vraagt.”